Overleg over weidevogels
De nieuwste tussenevaluatie van de Nota Weidevogels 2021–2030 laat zien dat het met de Friese weidevogels nog steeds zorgwekkend gaat. Vooral soorten als de grutto, kievit en scholekster blijven onder druk staan. In beheergebieden lijkt de achteruitgang voorzichtig af te remmen, maar in grote delen van het boerenland nemen de aantallen nog altijd af. Vooral de kuikenoverleving blijft veel te laag, terwijl juist dát cruciaal is voor herstel.
Als ChristenUnie blijven we daarom actief het gesprek zoeken met iedereen die in de praktijk aan de knoppen zit. De directe aanleiding voor dit bericht is het overleg dat we afgelopen week hadden met Cumela (de koepelorganisatie van loonwerkers) en de Bond van Friese Vogelwachten. Een waardevol gesprek over wat er op het land speelt en waar kansen liggen om samen sterker te worden voor de weidevogel.
Tijdens het gesprek werd benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor weidevogelbeheer in de basis bij de boer ligt – met een wettelijke zorgplicht – maar dat loonwerkers in de praktijk een belangrijke schakel zijn. Zij maaien ongeveer tien procent van het land en proberen daarbij zo veel mogelijk rekening te houden met de vogels. Goede nazorg en duidelijke afspraken maken het mogelijk om later te maaien, mits de boer daar ook voor openstaat.
Een belangrijk thema was predatie. In sommige gebieden lijkt predatiedruk – variërend van vossen tot loslopende katten – een fors probleem. De betrokken partijen gaven aan dat de aanpak per gebied moet verschillen: lokaal kijken wat er speelt, samenwerken met jagers waar dat nodig en toegestaan is, en predatoren die je mág bejagen ook daadwerkelijk bejagen. Tegelijk is er frustratie dat nog niet overal helder is hoe groot de rol van predatie precies is in vergelijking met andere factoren.
Ook praktische zaken kwamen aan bod: jonge vogels trekken vaak weg uit beheerland naar hoger gras naast het perceel; nog niet alle gebieden beschikken over voldoende nazorg; onderwijsinstellingen krijgen nog weinig weidevogelinput vanuit het veld; en maaien van binnen naar buiten – bij voorkeur niet ’s avonds of ’s nachts – kan veel schade voorkomen. Daarnaast werd gesproken over manieren om boeren beter te compenseren, bijvoorbeeld via hogere ANLb-vergoedingen en het aanleggen van veilige stroken waar kuikens naartoe kunnen vluchten.
Wij kijken terug op een open en betrokken gesprek. De ChristenUnie blijft zich inzetten voor een aanpak waarin boeren, loonwerkers, vogelwachters, jagers én overheid gezamenlijk optrekken. Want alleen met samenwerking vanuit het veld kunnen we de neerwaartse trend keren en werken aan een landschap waarin weidevogels weer de ruimte krijgen om te overleven en op te bloeien.